Palmolie in voeding

Elke olie heeft een eigen vetzuursamenstelling, palmolie ook. De samenstelling van palmolie zorgt ervoor dat het een gewilde grondstof is in veel voedingsmiddelen. 

Rol van vetten

Iedereen heeft vet nodig in zijn voeding. Oliën en vetten zijn belangrijk voor een goede gezondheid. Ze zijn onmisbaar voor het functioneren van het lichaam. Oliën en vetten voorzien ons van bepaalde vitamines en essentiële vetzuren en geven energie. In een gezonde leefstijl spelen vetten een belangrijke rol.

Vetten zijn een belangrijke energiebron voor het lichaam, samen met koolhydraten en eiwitten. Voor een gezonde voeding adviseert de Gezondheidsraad dat minimaal 20% en maximaal 40% van de dagelijkse energie-inname uit vet moet komen. 

Palmolie-inname

In voedingsmiddelen wordt palmolie vaak gebruikt in combinatie met andere vetten en oliën die samen de vetzuursamenstelling van het product bepalen en uiteindelijk de effecten op de gezondheid. In 2020 is er een onderzoek gedaan naar de inname van palmolie in zowel Spanje als Duitsland. De gemiddelde inname in Spanje varieerde naar schatting tussen 2,06 en 4,54 gram per dag en in Duitsland tussen 3,06 en 6,22 gram per dag. In Frankrijk bedroeg de palmolieconsumptie in 2013 2,7 gram per dag.

Gebalanceerde samenstelling

Voedingsmiddelen met oliën en vetten bevatten altijd zowel onverzadigde- als verzadigde vetzuren. De verhouding tussen onverzadigde- en verzadigde vetzuren in een voedingsmiddel bepaalt de eigenschappen van het product en is van invloed op de gezondheid. 

Gemiddeld heeft palmolie bijna gelijke hoeveelheden verzadigde en onverzadigde vetzuren. Van deze vetzuren is ongeveer 40% enkelvoudig onverzadigd oliezuur, 10% meervoudig onverzadigd linolzuur, 44% verzadigd palmitinezuur en 5% verzadigd stearinezuur. Het aandeel verzadigde vetzuren in palmolie is gunstig als je het vergelijkt met bijvoorbeeld kokosolie, boter en cacaoboter. Palmolie bevat minder onverzadigde vetzuren dan bijvoorbeeld zonnebloemolie of olijfolie. Vetten met in verhouding veel verzadigde vetzuren hebben een relatief vaste structuur, en zorgen er bijvoorbeeld voor dat een product luchtig, knapperig of stevig is. Vetten met in verhouding veel onverzadigde vetzuren zijn doorgaans zacht of vloeibaar bij kamertemperatuur en zorgen er bijvoorbeeld voor dat een product smeerbaar of smeuïg is. Verzadigde vetzuren hebben een hoger smeltpunt dan onverzadigde vetzuren. Ze zijn stabieler bij hoge temperaturen en minder gevoelig voor oxidatie dan onverzadigde vetzuren. Enkelvoudig onverzadigde vetzuren zijn weer stabieler dan meervoudig onverzadigde vetzuren omdat er minder dubbele bindingen in een enkelvoudig onverzadigd vetzuur zitten.