Aan palmolie gerelateerde ontbossing in Indonesië neemt af: wat is er aan de hand?
Geschreven door ‘The Sustainable Palm Oil Choice‘
Indonesië is ’s werelds grootste producent en exporteur van palmolie en de Indonesische palmolie-industrie wordt er vaak van beschuldigd de afgelopen decennia de belangrijkste oorzaak van ontbossing in Indonesië te zijn. De nieuwste gegevens laten echter zien dat het tij aan het keren is. In 2021 was ontbossing voor oliepalmplantages in Indonesië en Maleisië op het laagste niveau in 20 jaar, op minder dan 5% van het hoogste historische niveau.
Milieuonderzoeksorganisatie Tree Map heeft het niveau van door oliepalmen gemotiveerde ontbossing geanalyseerd. Op basis van dit onderzoek concludeerde hoofdauteur David Gaveau : “We schatten dat bedrijven in 2021 respectievelijk 22.000 ha en 6.600 ha ‘primair’ bos hebben omgezet in industriële oliepalm in Indonesië en Maleisisch Borneo. Plantages hebben zich met 82.000 ha in Indonesië en met 17.000 ha in Sabah en Sarawak uitgebreid. De analyse heeft alle concessies aan de binnen- en buitenkant van de industriële plantages meegenomen. Gebaseerd op Landsat en Sentinel-2 Time-series.”
Chain Reaction Research concludeert in een vergelijkbare analyse dat, in 2021, in Indonesië, Maleisië en Papua New Guinea samen 19.000 hectares (ha) bos en veen is gekapt voor de ontwikkeling van oliepalmplantages. Dit is het laagste aantal in 20 jaar.
Deze bevindingen worden bevestigd door het onderzoek van Satelligence, dat de afname in Indonesische, door palmolie gemotiveerde ontbossing op heldere wijze in verband brengt met de implementatie van het beleid inzake anti-ontbossing, veen en exploitatie door inkopers van palmolie.
Bron: Satelligence (2022, maart), LinkedIn-post
Het opmerkelijke aan deze ontwikkeling is dat het in tegenspraak is met het bekende paradigma dat hoge grondstofprijzen gelijk staan aan hoge ontbossingscijfers. In 2021 waren de prijzen sinds 2010 op het hoogste niveau en dit heeft niet tot een toename van ontbossing geleid. Dit is duidelijk zichtbaar in deze grafiek van Satelligence:
Wat zijn dus de redenen voor deze ontwikkelingen?
Hoewel de ontwikkelingen hoopvol zijn, is het niet zeker dat ze zullen doorzetten. Om ervoor te zorgen dat het niveau van ontbossing blijft dalen, is het belangrijk om beter te begrijpen welke factoren hebben bijgedragen aan de vermindering van de vernietiging van bossen voor oliepalmplantages.
Hier is veel over gespeculeerd. Een algemene conclusie is dat het zeer moeilijk is om een bepaalde interventie als beslissend aan te wijzen, maar dat veel krachten die in dezelfde richting werken het verschil maken. Een studie uit 2019 van de Tropical Forest Alliance en Daemeter concludeerde dat “overheid, private sector en CSO’s de beleidsomgeving hebben benut om voor impact op de grond te zorgen”. De zes belangrijkste impactmaatregelen van vooruitgang en de zes cruciale factoren die vooruitgang mogelijk maken, worden door TFA en Daemeter weergegeven in het volgende schema:
Verder onderzoek is nodig om beter te begrijpen wat de oorzaak is van verminderde ontbossing, maar in het kielzog van overtuigend bewijs, gebaseerd op de TFA- en Daemeter-studie en andere bronnen, is het veilig om te zeggen dat de volgende interventies een belangrijke rol spelen:
- Verschillende NGO-groepen hebben meedogenlozecampagnesgevoerd tegen het gebruik van palmolie gerelateerd aan ontbossing en sociale controverses. Dit “heeft een sterke impact gehad op de vraag naar ruwe palmolie, met name in landen van de Europese Unie”.
- De private sector heeft een rol gespeeld door de toenemende vraag en het gebruik van duurzame en gecertificeerde palmolie. Steeds meer kopers hebben beleid inzake anti-ontbossing, veen en exploitatie geïmplementeerd en zijn begonnen met het kopen van 100% RSPO-gecertificeerd duurzaam materiaal (CSPO) voor alle soorten palmolie die worden gebruikt, waaronder ruwe palmolie (CPO), palmpitolie (PKO), palmpitschilfers (PKE) en palmoliederivaten (POD). Dit bestrijkt vaak de hele ondernemingsgroep en alle landen waar de groep actief is. Chain Reaction Research merkte op dat “geen van de 10 grootste ontbossers in 2021 onomstotelijk kan worden gekoppeld aan de NDPE-markt. Twee hebben banden via de leveringen van ‘Fresh Fruit Bunch’ en minderheidsaandelen in een fabriek.
- In 2018 heeft de RSPO haar beginselen en criteria voor certificering aangesterkt met nieuwe vereisten voor ontbossing en veenlanden.
- Bedrijven, zoals Unilever, zijn begonnen zich in te spannen om over te stappen van het kopen van gecertificeerd materiaal naar een op leveranciers gebaseerde benadering. Volgens een op leveranciers gebaseerde benadering proberen inkopers niet alleen hun eigen toeleveringsketen op te schonen, maar werken ze samen om alle toeleveringsketens van de leverancier op te schonen. Dit voorkomt uitlekking van niet-duurzame palmolie naar andere landschappen en markten. Andere voorbeelden zijn Nestlé’s focus op landschapsinitiatieven en Ferrero’s ‘verdergaan’-belofte om “met onze leveranciers manieren te onderzoeken waarop we het aantal kleine boeren in onze fysieke toeleveringsketen kunnen vergroten en tegelijkertijd onze voedselveiligheidseisen kunnen waarborgen.”
- Overheden in producerende landen hebben strengere maatregelen geïmplementeerd om ontbossing voor oliepalmen te voorkomen, zoals verplichte landelijke certificeringsregelingen (ISPO en MSPO) en moratoria op de ontwikkeling van de nieuwe palmolieplantages in bossen of veenland.
- Overheden in consumerende landen zijn begonnen regelgevingskaders te ontwikkelen en te implementeren die een gunstig klimaat creëren voor het produceren van palmproducten op een duurzame manier, zoals de EU-verordening over ontbossing.
- Landschapsinitiatieven: zowel overheden als bedrijven hebben samen geïnvesteerd in palmolie producerende landschappen om duurzame landbouwwerkwijzen, het levensonderhoud van kleine boeren en verbeterd landeigendom te ondersteunen en natuurlijke ecosystemen te beschermen en te herstellen. In NI-SCOPS werken IDH en Solidaridad samen met overheden om producerende landschappen “economisch robuuster en sociaal rechtvaardiger te maken, terwijl waardevolle natuurlijke hulpbronnen worden beschermd en hersteld, wat leidt tot vermindering van de uitstoot van broeikasgassen (BKG) door landbouw en verandering in landgebruik.” Een ander opvallend voorbeeld is het Terpercaya-initiatief in Indonesië, waar in plaats van het certificeren van duurzaamheid op het niveau van individuele boerderijen of toeleveringsketens, duurzaamheidsmaatregelen worden genomen over de hele regio.
Deze lijst is niet onuitputtelijk en uiteraard is verder onderzoek nodig, maar het geeft een goed beeld van de verscheidenheid aan belanghebbenden die werken aan het versterken van de beweging om ontbossing te stoppen.
Wat komt er hierna?
Het is afwachten hoe de toekomst zich zal ontwikkelen. Het redden van de bossen op aarde is een globale uitdaging en verantwoordelijkheid. Het is mooi om te zien dat de wens voor natuurbehoud en de bereidheid om ontbossing te verminderen wereldwijd wordt gedeeld door boeren, bedrijven, overheden, ngo’s, lokale gemeenschappen en arbeiders. Om vooruitgang te boeken in het streven naar ontbossingsvrije productie, moeten belanghebbenden in de waardeketen van palmolie hun samenwerking verder intensiveren.
Medeauteur van de PLOS ONE-studie Timer Manurung van Auriga Nusantara stelde dat “de vertraging van de expansie een kans biedt voor de Indonesische regering en andere belanghebbenden om samen te werken om de planning en het beheer van oliepalm- en andere plantages te verbeteren. Het aanmoedigen van goede werkwijzen en transparantie zal toekomstige generaties ten goede komen.” De Sustainable Palm Oil Choice sluit zich hier volledig bij aan en roept alle betrokken partijen op om samen te werken om duurzame waardeketens voor palmolie te realiseren.
Wist je dat verschillende NGO’s en bedrijven samen aan de productie van duurzame palmolie werken? Leer meer over dit bijzondere samenwerkingsverband op Europees niveau:
The Sustainable Palm Oil Choice