Blog: Kan palmolie de orang-oetans redden?
Wanneer consumenten duurzame palmolie eisen, geven zij een signaal af aan merken en retailbedrijven dat zij verwachten dat de producten die zij kopen niet bijdragen aan ontbossing en biodiversiteitsverlies
Miljoenen mensen over de hele wereld hebben de beelden gezien van de eenzame wilde orang-oetan die in een apocalyptisch landschap van verwoest bos wanhopig probeert te vechten tegen een bulldozer; het is symbolisch geworden voor de verwoesting die de palmolie-industrie heeft aangericht bij wilde dieren in het regenwoud.
Het is dus ook geen verrassing dat zorgzame mensen overal ter wereld die zich bewust zijn geworden van de situatie, verontwaardigd zijn en geen onderdeel willen spelen in de vernietiging. En het is ook niet verwonderlijk dat de eerste reactie is te willen stoppen met het consumeren van palmolie. Sommige bedrijven hebben kans gezien om op deze overtuiging in te spelen door de consument te vertellen dat “orang-oetans redden net zo gemakkelijk is als gewoon nee zeggen tegen palmolie”. O, wat zou ik willen dat het zo makkelijk was.
Maar dat is het niet.
Habitat
Orang-oetans leven alleen op de eilanden Sumatra en Borneo in Indonesië en Maleisië. De omstandigheden die de habitat ideaal maken voor orang-oetans zijn dezelfde omstandigheden die de regio ideaal maken voor de teelt van oliepalmen: een tropisch klimaat met overvloedige regenval. Het toeval wil dat deze twee landen goed zijn voor meer dan 85% van de mondiale productie van palmolie. Als gevolg daarvan is, buiten de beschermde gebieden, het leefgebied van de orang-oetan enorm versnipperd door de uitbreiding van de oliepalmteelt. Hoe kunnen we de orang-oetan onder deze omstandigheden redden?
Wetenschap
Om complexe problemen met succes aan te pakken, is het belangrijk dat onderzoek en wetenschap een rol spelen. De organisatie die ik leid, Orangutan Land Trust, wordt bijgestaan door een formidabele wetenschappelijke adviesraad die bestaat uit enkele van de meest vooraanstaande deskundigen op het gebied van behoud van orang-oetans en wilde dieren, de bescherming van veengebieden, bosbouw, duurzaamheid en meer. Deze experts helpen ons bij het bepalen van de beste strategieën om orang-oetans en hun leefgebied in het regenwoud te redden. Inzicht in waar orang-oetans en oliepalmen elkaar precies overlappen en hoe orang-oetans zich gedragen en aanpassen aan deze gefragmenteerde landschappen is van cruciaal belang voor het ontwikkelen oplossingen die zowel duurzaam zijn als impact hebben.
Veerkrachtige landschappen
Het werk van Borneo Futures, met als hoofdwetenschappers Dr. Erik Meijaard en Dr. Marc Ancrenaz, heeft veel inzicht verschaft. In een rapport dat in opdracht van de PONGO Alliance (Palm Oil and NGO Alliance, waarin enkele van de grootste oliepalmbedrijven, ngo’s en deskundigen zijn verenigd) is opgesteld, ontdekten zij dat er alleen al op Borneo 10.000 orang-oetans leven in gebieden die zijn aangewezen voor industriële oliepalmen. Het was duidelijk dat de strategie om te proberen orang-oetans uit oliepalmlandschappen te verwijderen, niet houdbaar was. Het feit is dat orang-oetans in enorme aantallen in deze landschappen voorkomen, en dus moeten we een manier vinden om veerkrachtige landschappen te ontwikkelen voor zowel mensen als wilde dieren.
Het ontwikkelen van oplossingen
Dr. Ancrenaz’ onderzoek in het sterk versnipperde Kinabatangan-landschap in Sabah toonde aan dat orang-oetans zich over oliepalmplantages kunnen verplaatsen en dat ook doen. Hoewel ze niet uitsluitend kunnen overleven op de vruchten van de oliepalm of de scheuten van jonge palmen, kunnen ze zich redden als ze onderweg veilige stukken bos kunnen vinden met een verscheidenheid aan voedselbronnen. Onderzoek heeft aangetoond dat orang-oetans het ook goed kunnen doen in secundaire bossen waar selectief gekapt wordt. Zoals Dr. Ancrenaz het beschrijft, hebben grote landdieren zoals orang-oetans en olifanten die zich in deze landschappen bevinden drie dingen nodig om te overleven: voldoende voedselbronnen, ruimte om zich te verplaatsen en partners te vinden, en om niet gedood te worden.
Veilige toevluchtsoorden
Waar past duurzame palmolie in dit plaatje? Om te beginnen mogen telers volgens de RSPO geen bossen rooien of zich ontwikkelen op veengronden. Orang-oetans gedijen goed in veenmoerasbossen. Van telers wordt ook geëist dat ze gebieden met een hoge natuurwaarde (waaronder de aanwezigheid van zeldzame, bedreigde of met uitsterven bedreigde soorten zoals de orang-oetan) in stand houden of verbeteren. Bovendien moeten telers ervoor zorgen dat zeldzame, bedreigde of met uitsterven bedreigde soorten niet worden gevangen, geschaad of gedood. PONGO Alliance is een platform dat aantoont dat telers in feite veilige toevluchtsoorden kunnen creëren met overvloedige voedselbronnen en boscorridors om de connectiviteit voor soorten als de orang-oetan te verbeteren.
Een boycot is geen oplossing
Palmolie is niet meer weg te denken. De vraag naar alle eetbare oliegewassen blijft stijgen, en palmolie, de hoogste opbrengst van deze gewassen, is zowel veelzijdig als alomtegenwoordig. Als een algemene boycot van palmolie, waarbij geen onderscheid wordt gemaakt tussen conventionele en duurzame palmolie, zou aanslaan en zou leiden tot een lagere palmolieproductie, dan zouden andere gewassen die minder opbrengen de plaats innemen. Op plaatsen zoals de tropen zou de vervanging van oliepalm door deze andere gewassen het risico voor de overblijvende regenwouden en de biodiversiteit daarin alleen maar doen toenemen.
Hoe moeten we bijdragen?
Wanneer consumenten duurzame palmolie eisen, geven zij een signaal af aan merken en detailhandelaars dat zij verwachten dat de producten die zij kopen niet bijdragen aan ontbossing en biodiversiteitsverlies. En wanneer deze merken en detailhandelaars zich ertoe verbinden alleen duurzame palmolie in te kopen, dragen zij bij aan het voortbestaan van de orang-oetan.
Maak duurzame palmolie de norm
Ik heb orang-oetans helpen redden van oliepalmplantages, ze weer gezond gemaakt en helaas soms ook zien sterven. Ik heb gezien hoe de bossen waar ik van hou in Kalimantan werden platgebulldozerd en verbrand. Ik heb lokale mensen ontmoet van wie hun leven onleefbaar is geworden door landroof en de vernietiging van hun bosvoorraad. Het is dus met de grootste overtuiging en met veel onderzoek dat ik bij mijn standpunt blijf dat als we de orang-oetans en hun boshabitat willen redden en de rampzalige gevolgen van de productie van conventionele palmolie willen aanpakken, we alles in het werk MOETEN stellen om duurzame palmolie de norm te maken.
Daarom moedigen wij alle merken en retailbedrijven die palmolie gebruiken aan om vandaag nog 100% gecertificeerde duurzame palmolie in te kopen, en deel uit te maken van de oplossing.
Gebruikt je bedrijf nog geen duurzaam gecertificeerde palmolie? Dan helpen we je graag bij het overstappen naar verantwoorde palmolie:
Doe mee